vrijdag 2 november 2012

Tijd voor conclusies 2


2 november 2012

Ik zit in een raststätte op de A44 en ik ben op de weg terug naar huis. Na een nacht in een doorgerookt bed, ben ik toch wel blij dat het er op zit. Al zinspeel ik op een soortement van vervolg.
Het is een kleine raststätte en het eten wordt bereid door een negeroïde man. Het valt me op dat dit de enige neger is die ik gedurende de week ben tegengekomen. Er zitten hier met name Nederlanders, al zitten we nog op z’n ruime 2 uur vanaf de grens.

Raststättes.
Terugkijkend op de reis concludeer ik dat veel van de Raststättes van weleer zijn vervangen of overgenomen door de grotere ketens als Serways en Axxe. Hoewel je tussen de concept-inrichtingen door de ouderwetse charme soms nog terug kan vinden, vind ik het een gemis dat hiermee de eigenheid en de hiermee samenhangende sfeer verloren gaat. Er zijn uitzonderingen. Raststätte Grönegau aan de A30 en Rasthof Eisenach aan de A4. Deze laatste was paradijselijk DDR. Dit Rasthof staat niet op mijn wegenkaart aangegeven; dit is werkelijk een gemis.

Er zijn vast meer individuele raststättes in Duistland en daar is vast een reisgids over uitgegeven. Als dit laatste niet het geval is, dan wordt dat de hoogste tijd. Raststättes oude stijl, zijn culturele parels. Unesco zou ze op de werelderfgoedlijst moeten plaatsen.

De mensen die werkzaam zijn in deze rasthuizen zijn over het algemeen genomen vrouwelijk (een enkele vrouw daargelaten). Ze hebben kort tot half lang haar (vaak geblondeerd) en zijn boven de 45 jaar. Ze nemen hun werk zeer serieus. Een Raststätte biedt ook vaak een werkplek aan mensen met een mentale of fysieke handicap. Hier merk je in het eten niets van terug.

Het Autohof
Een Authof is een rustplaats voor met name vrachtwagenchauffeurs. De basis is een grote parkeerplaats met daarop een tankstation en een eetgelegenheid. Deze eetgelegenheid kan een fastfoodrestaurant of “truckersstube” zijn, soms ook beide. Bovenop deze basis zijn verschillende toppings mogelijk: de meest voorkomende topping is het casino. Hierna volgt het hotel.

Het hotel op een autohof bestaat door de (afnemende) noodzaak voor vrachtwagenchauffeurs om even te douchen of om een moment te rusten. Tegenwoordig hebben vrachtwagens zeer comfortabele slaapcabines, waardoor de slaapfunctie van het hotel door steeds minder truckers lijkt te worden benut. Zelfs prostituees komen volgens de contactadvertenties in het truckkerskrantje graag een cabine ingewipt.

De hotels boren hierom graag nieuwe doelgroepen aan. Deze zakenmensen en toeristen hebben echter andere eisen met betrekking tot verzorging en comfort. Hierom zijn hotels in toeristisch gunstigere gebieden gerenoveerd frisser en klantvriendelijker ingericht. 

Op plekken waar de toerist en zakenmens niet komt, verloederen de hotelkamers tot de soorten die ik gedurende mijn reis in Homberg efze en Bünde en Fulda-nord aantrof. Deze hotels worden vanwege de lage kamerprijs met name verhuurd als tijdelijk woonadres, buitenechtelijke slaapkamer of als onderkomen voor de schrijver op Rast-Safari.  

Tijd voor conclusies 1

1 november 2012

Het is 11 uur en ik ben aangekomen in een AXXE Rasthof aan de A4. AXXE is naast Serways een grote speler op de Rasthof-markt. Maar waar Serways de uitstraling heeft van een personeels-kantine, maakt AXXE er een gethematiseerde belevenis van. (levensgrote kunstbomen, marktkraampjes, houten chalets enz) Het is erg rustig. Af en toe komen er mensen binnen om in het winkeltje rond te snuffelen of een koffie in meeneembeker mee te nemen. Vrachtwagenchauffeurs met toilettas komen zich douchen en gaan daarna weer.

Enkel de 60plussers zetten zich (net als ikzelf) met een kop koffie in het restaurant en mijmeren over vroeger. Mij geeft het even de tijd om terug te kijken op een weekje autobahn. Wat is me zoals opgevallen?

De vrachtwagenchauffeur

Een vrachtwagenchauffeur is een man. Vrachtwagenchauffeuzes ben ik op mijn reis niet tegengekomen. (en zelfs mijn spellingscontrole geeft aan dat vrachtwagenchauffeuzes niet bestaan)

De vrachtwagenchauffeur kun je in twee types indelen. Type 1 is een wat gezette man in effen gekleurd sweatshirt, een blauw overall of wijdzittende spijkerbroek; is vaak snor dragend, heeft een grauwe huidkleur en haar uit zijn oren.  Type 2 is van het ielige soort: ongeschoren, sprietsharen,  brildragend (meestal met zeer dikke glazen) het zelfde soort wijdzittende sijkerbroek als zijn dikkere collega maar dan flink dicht gegespt met een riem. Draagt dikwijls een bloes met een ruitje onder zijn overall en heeft soms een petje op. Vaak reizen de twee types samen op 1 wagen; je ziet ze vaak samen aan tafel zitten ontbijten.

De vrachtwagenchauffeur (dik en dun) ziet er vaak ongezond uit. De vele uitlaatgassen en de lange rijdagen zullen geen goed doen maar zeker ook het aanbod in de truckersrestaurants draagt aan de ongezondheid bij. Na een weekje truckers-restaurants heb zelfs ik wel een beetje genoeg van gefrituurd of gebraden vlees, vette aardappelproducten en groentes gebakken in roomboter met spek. Zoals ik al eerder schreef bestaat het truckersontbijt (in elk autohof op de kaart) uit gebakken aardappelen met spek en eieren (eventueel aangevuld met worstjes).  Daarnaast is het aantal rooksalons, rookhotels en rookrestaurants dat ik onderweg ben tegengekomen zo overvloedig dat je kan concluderen dat de meeste truckers fervente rook-hobbyisten zijn.

Als de chauffeur niet op de weg zit, dan staat hij achter de gokkast. Elke raststätte heeft er tenminste twee staan en ze zijn vrijwel altijd bezet. Ik heb zelfs mannen in de rij zien staan wachten totdat er een kast vrijkwam. Het gegeven dat op elk autohof een casino te vinden is geeft aan dat aan deze chauffeurs-hobby veel geld kan worden verdiend.

Aan chauffeurs kun je op meerdere wijzen geld verdienen. Hoewel ik had verwacht veel sexclubs en tippelende prostituees tegen te komen onderweg, boden de schaarsgeklede vrouwen zich op mijn reis enkel via film(kabines) en via tijdschriften aan.  Gedurende de week kwam ik slechts 1 Erotik markt tegen.  Hun aanbod bestond vrijwel alleen uit producten voor de eenzame mannelijke reiziger. Zelfs bij Sanifair zit er een compacte reis-vagina in het condoom automaat-assortiment. (“Schat heb je de reisdocumenten ingepakt?” “Ja, in die zwarte tas, samen met de reiswekker en de reisvagina!”)


Schrikken


Als ik de parkeerplaats op kom rijden schrik ik een beetje. Op internet heb ik dit hotel enkel op plaatje gezien, en heb er een sfeervol famillie-hotel omheen bedacht. Ik rijd zelfs een stuk om, om hier nog te kunnen overnachten. Maar nu ik er met de auto voor sta lijkt het in plaats van een pittoresk hotel, een soort vervallen truckerssoos.

Het hotel ligt op het autohof fulda-nord. Het is een klein autohof met enkel een hotel-restaurant en een tankstation. In de directe omgeving ligt verder niets.

Als ik de auto eenmaal parkeer en mezelf naar binnen waag kom ik als eerste in een rokerige ruimte waar stevige truckermannen aan de bar mij verwonderd aanstaren. Het gesprek dat ze hadden valt stil. Ik groet beleefd maar niemand zegt iets terug. Achter het gokautomaat zit een gerimpelde grijze lesbienne flink te verliezen. Ze baalt ervan en lijkt mij de schuld er van te geven; ze kijkt me vloekend aan. Boven een hoekje van de bar hangt het bordje “receptie”.

Vanachter een pilaar komt het hoofd van een jonge man van ik schat een jaar of 38. Hij heeft een beginnende snor en een glimmend grauw bloempotkapsel. Als ik aangeef een kamer te hebben gereserveerd pakt hij een boek. “wat is de naam?” Ik geef mijn naam en hij zoekt op de pagina van vandaag. Er staat maar één naam in de agenda dus dat is niet te moeilijk. Hij vraagt of alvast wil betalen, en dat vind ik prima. Ik krijg de sleutel van kamernummer twee een verlaat de ruimte, de trap op.

Bovenaan de trap kom ik uit bij drie deuren. Op de linker deur hangt een papiertje met “kamers 7 tot en met 12” Op de middelste deur hangt het bordje “privé” op de rechterdeur hangt niks. Ik ben even in verwarring, maar besluit  uteindelijk toch de rechter deur te openen. Achter deze deur is een gang. Het is te donker om iets van kamernummers te ontdekken. Pas als ik op de tast de lichtschakelaar weet te vinden, zie ik da de deuren genummerd zijn.

Ik open deur nummer twaalf. Een muffe rioollucht komt me tegemoet. De kamer is onpraktisch ingericht, en verschillende items in de ruimte zouden in een tweede hands winkel zelfs niets meer opbrengen. De badkamer is begin jaren 70 uitgebreid gerenoveerd en de televisie werkt met drukknoppen. In een nachtkastje vind ik hardgeworden doekjes van een van de vorige eenzame reizigers en in de andere ladenkastjes 4 handleidingen van apparaten die niet in de kamer terug te vinden zijn.

Wat een geluk dat ik op mijn laatste avond zo getrakteerd wordt!