Het Gramschatzerwald is een uitgestrekt bosgebied dat in dit
jaargetijde een haast orgastisch kleurenpalet laat zien. Des te treuriger is dan
ook dat het hotel waarin ik vanavond verblijven mag op de lelijkste plek in
heel de omgeving staat. Het autohof Gramschatzerwald.
Het hotel voldoet aan mijn verwachtingen. Een recht-toe-recht-aan hotel zonder poespas. Een blok beton met ramen en een rood dak. Op dit dak staat in groene lichtbakletters het woord “HOTEL”. Het doet denken aan een film van van Warmerdam. Ook de jongeman die vanuit een achterkamer aangerend komt wanneer ik op de voordeurbel “Hotel” druk, draagt zijn surrealistische steentje bij.
Het hotel voldoet aan mijn verwachtingen. Een recht-toe-recht-aan hotel zonder poespas. Een blok beton met ramen en een rood dak. Op dit dak staat in groene lichtbakletters het woord “HOTEL”. Het doet denken aan een film van van Warmerdam. Ook de jongeman die vanuit een achterkamer aangerend komt wanneer ik op de voordeurbel “Hotel” druk, draagt zijn surrealistische steentje bij.
Ik schat hem een jaar of 24. Het is een vadsig type met puistjes en een enorme chocolademelk-snor
(de basis voor een chocolademelk-baardje is zelfs al gelegd). Hij reageert
gehaast en betrapt (misschien is zn moeder niet thuis en deed hij zich ondanks
zijn dieet zich toch stiekem tegoed aan een literpak chocomel).
Ik moet op een formuliertje mijn adres invullen en krijg
kamernummer 44 aangewezen. Deze is gelegen in de vrijstaande aanbouw van
het complex. Als chocosnor mij de weg wijst naar mijn kamer en ik terloops naar de
internetmogelijkheden informeer, raakt hij in lichte paniek. Ik moet mee terug
naar de receptie want als ik gebruik wil maken van internet moet ik een tweede
formulier invullen en moet er een kopie van mijn legitimatiebewijs worden
toegevoegd.
Wanneer ik mijn kamer op zoek (eerste etage met gietijzeren
trappen, naar Amerikaans Motel-voorbeeld - dit keer zonder zure geurtjes of
andere smerigheden) gaat de kamerdeur van mijn buurman open. Een ielige lange
man met gezellig omhoogsprietsend stro-haar. Hij loopt mijn kamerraam voorbij de
trap af naar zijn auto. Het is een oude volkswagenbus in een roestbruine kleur:
die kleur lijkt in de loop der jaren onder een andere verflaag vandaan gekomen.
Uit zijn auto haalt hij een stofzuiger, een magnetron en
daarbovenop een doos met borden en ander serviesgoed. Een tweede maal een set
rolgordijnen een vloerkleed en een boodschappentas met knuffeldieren en plastic
kinderspeelgoed. Net als ik overweeg hem te helpen sjouwen, trekt hij zijn
kamerdeur achter zich dicht. Na wat gerommel gaat de stofzuiger aan. Als het na
een kwartiertje stil wordt, besluit ik het restaurant op te gaan zoeken waar chocosnor mij daarstraks op gewezen heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten